· 

Schouder(in)stabiliteit

Je schouder is het meest beweeglijke gewricht in je lichaam. Hierdoor is de schouder ook gevoeliger voor instabiliteitsklachten. Bij instabiliteit kan de schouder zelfs (deels) uit de kom gaan! Door instabiliteit kunnen verschillende klachten ontstaan, bijvoorbeeld (heftige) pijnscheuten, stekende pijn aan (meestal) voorzijde schouder wanneer je veel (bovenhandse) kracht zet of zeurende pijn in rust. Daarnaast kan iemand ook bang worden om te bewegen, omdat diegene bang is dat de schouder ‘er weer uit schiet’.

 

Wat zorgt voor stabiliteit?

In de schouder zijn er structuren (botten, gewrichtskapsel, gewrichtsbanden en kraakbeen) die zorgen voor passieve stabiliteit. Dit passieve systeem zorgt voor weinig stabiliteit, omdat de gewrichtskop van je schouder groter is dan de gewrichtskom. Deze vorm zorgt wel voor veel beweeglijkheid.
Daarnaast heb je spieren die zorgen voor actieve stabiliteit. De belangrijkste spieren zijn de Rotator Cuff spieren, dit zijn namelijk de lokale stabilisatoren van je schoudergewricht. Deze spieren moeten voldoende kracht en uithoudingsvermogen hebben. Daarnaast moeten ze ook goed met elkaar kunnen samenwerken (dit noemen we ook wel coördinatie van de spieren).

Oorzaken van schouderinstabiliteit?

  • Door een ongeval. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld pezen scheuren, kraakbeen beschadigen of gewrichtsbanden oprekken.
  • Langdurig dezelfde eindstandige houding van het gewricht, bijvoorbeeld bij (top)sporters. Denk hierbij aan tennis, werpsporten, turnen etc.
  • Aangeboren hypermobiliteit of laxiteit van banden, waardoor instabiliteit ontstaat. Dit kan ook tijdelijk zijn door een hormonale oorzaak (bijvoorbeeld zwangerschap).

 

Wat nu?

Door middel van fysiotherapie zal in eerste instantie geprobeerd worden om de spieren zo te trainen dat zij voor meer actieve stabiliteit kunnen zorgen. Training en (thuis)oefeningen gericht op het zo goed mogelijk leren samenwerken (coördineren) van de stabiliserende spieren, en daarnaast oefeningen om het krachtuithoudingsvermogen van deze spieren te vergroten zonder ze te overbelasten.

Daarnaast controleren we ook altijd de aangrenzende regio’s (bijvoorbeeld nek en bovenrug) om te zien of daar wel voldoende beweeglijkheid is. Soms gaat het lichaam (onbewust) de overgrote beweeglijkheid (instabiliteit) op een bepaalde plek compenseren door op een aangrenzende plek stijver te worden. Dit kan bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van angst om de schouder te bewegen.

Heb je gerichte therapie gehad, waardoor je stabiliserende spieren nu goed functioneren maar blijf je toch klachten houden? Dan is het mogelijk om via de huisarts een orthopeed te raadplegen. Mogelijk is er sprake van kraakbeenletsel, dat niet vanzelf geneest. Dan is er eventueel een mogelijkheid om dit operatief vast te zetten. Ook hierna is de juiste manier van training uitermate belangrijk voor een goed herstel.

 

Heeft u hier verder vragen over, of wilt u graag een afspraak voor uw schouderklachten maken? Neem gerust contact met ons op!